Mica was negentien jaar oud en geboren in Nijmegen, een stad die ze altijd haar thuis had genoemd. Maar haar thuis was verre van perfect. Haar ouders waren gescheiden sinds ze een klein meisje was, en de ruzies en spanningen tussen hen hadden altijd een schaduw over haar jeugd geworpen. Ze had geleerd om op haar eigen benen te staan, zelfs op jonge leeftijd.
Haar broer, David, was altijd haar trouwe metgezel geweest. Maar hij was een paar jaar ouder dan Mica en had een moeilijke weg bewandeld. Hij was verslaafd geraakt aan drugs en worstelde met demonen die hij nooit leek te kunnen verslaan. Mica had te vaak gezien hoe hij zijn beloftes verbrak en haar ouders verdriet deed.
Op een koude winteravond escaleerde een ruzie tussen Mica’s moeder en David tot een punt van geen terugkeer. Woorden werden schreeuwen, en de politie werd gebeld. Mica, die in haar kamer had geprobeerd te studeren om te ontsnappen aan het tumult, werd plotseling uit haar wereld van boeken getrokken en in een nachtmerrie gegooid.
De politie besloot dat Mica niet langer bij haar moeder kon blijven. Het was te gevaarlijk, te giftig. Ze werd naar een opvangcentrum voor daklozen in Nijmegen gebracht. Haar wereld stortte in. Ze was dakloos, alleen en bang.
Haar eerste dagen in de opvang waren hard. Ze deelde een krappe slaapzaal met vreemden en voelde zich verloren. Ze miste haar oude leven, haar broer, en zelfs de ruzies tussen haar ouders die nu zo ver weg leken.
Maar Mica was veerkrachtig. Ze begon haar dagen door te brengen in de plaatselijke bibliotheek, waar ze kon studeren en haar gedachten kon ordenen. Ze bezocht sociale diensten en probeerde elke kans te grijpen die ze kreeg om haar situatie te verbeteren. Haar broer was haar drijvende kracht. Ze wilde bewijzen dat ze het beter kon doen dan hij, dat ze niet hetzelfde pad hoefde te bewandelen.
Maanden gingen voorbij, en Mica bleef vechten. Ze vond tijdelijke baantjes, spaarde elk beetje geld dat ze kon en bleef vastberaden om een betere toekomst voor zichzelf te creëren. Ze kwam in contact met organisaties die daklozen ondersteunden en vond een mentor die in haar geloofde.
Het was niet gemakkelijk. Ze stuitte op talloze uitdagingen en barrières. Soms wilde ze opgeven, maar ze wist dat ze dat niet kon doen. Haar doorzettingsvermogen en vastberadenheid hielden haar op de been.
Op een dag, na bijna een jaar van omzwervingen en uitdagingen, ontving Mica eindelijk het nieuws waar ze op had gewacht. Er was een kamer beschikbaar in een door de overheid gefinancierd huisvestingsproject voor mensen die hun leven weer op de rails wilden krijgen. Het was niet groot of luxueus, maar het was een plek waar ze kon beginnen met het opbouwen van haar leven.
Mica voelde een mix van opwinding en angst terwijl ze haar nieuwe huis betrad. Ze was niet langer dakloos, maar het idee van een eigen plekje was zowel opwindend als overweldigend. Ze begon langzaam haar kamer in te richten, en met elke nieuwe aanwinst voelde ze zich meer thuis.
Ze zette haar studie voort, dit keer met hernieuwde energie en focus. Ze begon meer betekenisvolle banen te vinden en bouwde een steeds sterker wordend sociaal netwerk op. Haar mentor bleef haar steunen en aanmoedigen, en Mica was vastbesloten om niet te vergeten waar ze vandaan kwam.
Het duurde enkele jaren, maar Mica’s inspanningen begonnen vruchten af te werpen. Ze voltooide haar opleiding en vond een baan die ze echt leuk vond. Haar relatie met haar moeder begon te herstellen, zij het langzaam. Ze had geleerd om te vergeven en te begrijpen dat iedereen fouten maakt.
En misschien wel het belangrijkste van alles, David had haar voorbeeld gevolgd. Na jaren van strijd had hij eindelijk de kracht gevonden om zijn verslaving te overwinnen en een nieuw leven op te bouwen. De twee broers en zussen, die door de diepste dalen waren gegaan, vonden steun en troost bij elkaar.
Mica’s verhaal is er een van veerkracht, vastberadenheid en hoop. Ze had haar deel van moeilijkheden en tegenslagen gekend, maar ze had zichzelf nooit opgegeven. Nu, terwijl ze in haar kleine kamer zat en uitkeek naar de stad die haar ooit had verstoten, wist ze dat ze haar eigen geluk had gevonden. Ze had zichzelf weer opgebouwd en vond vreugde in de eenvoudige dingen van het leven. Haar reis was misschien moeilijk geweest, maar het had haar geleid naar een plek van vrede en vreugde waar ze eindelijk thuis kon noemen.